Lorsqu'il y a maintenant dix ans s’est tenue au buffet de la gare de Liège Guillemins à l’initiative de Luc Calay et de Michel Thiry, de l’éditeur Frank Stenvall ainsi que des spécialistes ferroviaires luxembourgeois Michel Dondelinger, Guy Pettinger et Jean-Claude Senner la première réunion relative à ces ouvrages d'histoire moderne à présent intitulés Benelux Rail, j’étais très sceptique. Les événements survenus au Benelux dans le domaine ferroviaire et dignes d'être cités étaient plutôt rares et souvent peu glorieux, le cercle des intéressés plutôt restreint, le nombre de photographes capables de réaliser des clichés bien composés très limité, les services de presse des entreprises ferroviaires et de transports urbains n’avaient pas bonne réputation ou semblaient vouloir rester ignorés, l’intérêt de bon nombre de groupes de lecteurs pour les événements de second-plan, les développements et l'esthétique en matière de chemin de fer se manifestaient sous une forme aussi insistante que superficielle. A l’heure ou le cinquième volume est prêt à être mis sous presse et que le sixième est bientôt achevé, il n’est pas possible de faire l’économie d'un bilan provisoire. L'intérêt s’est énormément accru et s’est sensiblement approfondi et étendu, les chemins de fer connaissent un nouvel âge d’or qui projette des ombres capricieuses mais captivantes, la collâboration avec les services de presse des compagnies ferroviaires et entreprises de transports urbains du Benelux ainsi qu'avec la plupart des industriels du monde ferroviaire est devenue excellente et très professionnelle, le nombre de photographies d’excellente qualité envoyées à l'initiative de leurs auteurs s'est multiplié, bien qu'il n'ait pas encore atteint ce que nous serions en droit d'espérer. Pour faire face à l’évolution de la situation, nous avons été amenés à augmenter le nombre de pages et à ménager plus de place au texte et aux états récapitulatifs des matériels. L’importance historique des cartes de réseaux se manifeste plus nettement au fur et à mesure que le temps s’écoule. Enfin une nouvelle formule d’édition doit nous garantir définitivement une disponibilité rapide dans le Benelux.


Toen een decennium geleden in de stationsrestauratie van Liège Guillemins de eerste bespreking plaatsvond met initiatiefnemers Luc Calay en Michel Thiry, uitgever Frank Stenvall en de Luxemburgse spoorwegspecialisten Michel Dondelinger, Guy Pettinger en Jean-Claude Senner over de moderne geschiedenisuitgaven die nu Benelux Rail heten, was ik zeer skeptisch. Het aantal vermeldenswaardige gebeurtenissen in de Benelux was schaars en vaak weinig verheffend, er zat nauwelijks leven in de brouwerij. Het aantal mensen dat goed gekomponeerde foto’s maakte was uiterst gelimiteerd, de persdiensten van spoor- en tramwegbedrlj-ven hadden een slechte naam of mochten er zelfs geen hebben, de belangstelling bij grote lezersgroepen voor achtergronden, ontwikkelingen en esthetiek bij spoorwegen manifesteerde zich wel wat al te nadrukkelijk als oppervlakkig.

Nu het vijfde deel persklaar Is en het zesde de voltooiing nadert, is een voorlopige balans nakend. De belangstelling is enorm gegroeid maar ook merkbaar verdiept en verbreed. De spoorwegen gaan een nieuwe bloeitijd tegemoet hetgeen grillige, maar boeiende schaduwen vooruit werpt, de medewerking van de persdiensten met alle spoor- en trambedrijven in de Benelux en de meeste spoorwegindustrieeën is voortreffelijk en professioneel, het aantal op eigen Initiatief Ingezonden foto's van behoorlijke kwaliteit verveelvoudigd, al zijn we nog lang niet waar we wezen moeten. Om bij deze verheugende situatie aan te sluiten, is vanaf nu het aantal pagina’s verhoogd en meer ruimte voor tekst en materieelover-zlchten Ingeruimd. De historische betekenis van netkaarten spreekt duidelijk wanneer men de kaarten in deze uitgave vergelijkt met die uit oudere edities. Een nieuwe formule van uitgeven tenslotte, moet de verkrijgbaarheid in alle hoeken van de Benelux definitief garanderen.