Van 1920 tot 1928 werd het Paleis voor Schone Kunsten opgetrokken. Vooraleer hij zich wijdde aan dit art deco gebouw, dat hijzelf in zijn memoires beschouwt als een hoogtepunt in zijn carrière, ontwierp Victor Horta indrukwekkende gebouwen waarmee hij de onbetwiste leider was van de art nouveau in België. In beide stijlen komt hij naar voor als een man die zich met hart en ziel aan zijn roeping als architect heeft gewijd.
In 1939, tegen het einde van zijn leven (hij stierf acht jaar later, op zesentachtigjarige leeftijd) schreef Horta zijn memoires waarin hij de vaak bittere balans opmaakt van dit welgevulde leven. Aan de hand van citaten uit deze memoires gaat de hier volgende tekst op zoek naar deze buitengewone persoonlijkheid.
d'autres ouvrages de Anne Hustache
d'autres ouvrages de Steven Jacobs
d'autres ouvrages de Frans Boenders
rechercher des articles similaires par catégorie
rechercher des articles similaires par thème: