En parcourant cet ouvrage, j'ai retrouvé, la nostalgie dans l'âme, l'ambiance d'autrefois, où les trams traversaient Bruxelles en maître
absolu. On y voit l'omnibus de la place Sainte-Catherine, les ballades en tram 33, comme le chantait si bien Brel, on y retrouve en un
mot Notre Bruxelles, ce Bruxelles, qui jadis "Brusselait".
Faut-il rappeler que le "tram" faisait partie de notre développement économique facilitant les relations entre populations du Nord et
du Sud de Bruxelles. H permettait la communication plus aisée entre ville et campagne.
Ce chemin, parfum d'hier a réveillé en moi des moments de mon enfance. Une pointe de nostalgie -.je me souviens du tram "81", il
traversait Saint-Gilles départ en part de la gare du Midi en passant par la barrière, la "Portuse d'Eau" me faisait rêver, et quittait la
commune en empruntant la rue Morispour rejoindre la commune d'Ixelles.
Cette drôle de machine sur rail nous "descendait" en ville, que d'émotions retrouvées, d'odeurs, de bruits, de mots, comme cette phrase si typique "... deflèch is af..." suivi des jurons du receveur mécontent !.
Quel charme !
Cette ballade dans le temps met en valeur "là où le tram passait", nous fait redécouvrir les richesses de notre patrimoine,
non seulement ferroviaire mais également de notre ville.
Le moment est peut-être choisi pour rendre hommage à ces photographes qui ont figé ces moments précieux de notre histoire, aux
collectionneurs pour avoir gardés, sauvés ces bouts de papiers qui, aujourd'hui, nous permettent de nous souvenir.


Met een zekere nostalgie in het hart is het aangenaam om de atmosfeer van vroeger terug te vinden toen de trams als absolute
alleenheersers rondreden in het Brusselse Straatbeeld.
Men merkt een paardetram aan het St. -Catharinaplein, de ritten met "tram 33" zoals Brei dit zo levendig kon zingen, toen Brussel nog
een bruisende stad was.
Hoe vaak dient men te herhalen dat de tram een hoofrol vertolkte tijdens de economische ontwikkeling, en de gemakkelijke
verbindingen tussen de bewoners uit het Noorden en het Zuiden van Brussel tot stand bracht.
De tram was een eenvoudig vervoermiddel tussen de stad en de aangrensende, landelijke gemeenten.
Toevallig herinner ik mij de "81" tussen St. -Gillis, het Zuidstation, de Morisstraat en het eindpunt in Eisene als nostalgisch hoogtepunt.
Dit eigenaardig spoorvoertuig "bracht" ons naar de stad.
Verdere herinneringen waren die typische geuren, die gesprekken op de balkons en de bekende roep "...Jef, de Flèch is af... "gevolgd
door het kommentaar van de ontevreden tramontvanger.
Deze wandeling door de tijd "waar de tram langs kwam" is een terugblik om de rijkdommen van ons kunstbezit te herontdekken.
Het ogenblik is gekomen om hulde te brengen aan de fotograven die deze beelden uit onze geschiedenis konden vastleggen. Ook een
hulde aan de verzamelaars die deze dokumenten zorgvuldig bewaarden in hun archieven. De herinnering kan blijven voortbestaan.


Whilst reading through this book I re-discovered the nostalgia and the ambience of the past when trams passed through Brussels as absolute masters of the road.
We can see the omnibus ofSt Catherine's Square and the trips on the number 33 tram, as sung so well by Jacques Brel. We re-discover in one word the local slang of "Brusselait".
We don't have to remind ourselves that the tram is part of our economic development that helped the relations between the population from the north and the south of Brussels. It also made travel between the town and the country easier.
This voyage, with the fragrance of yesteryear, awakened in me memories of my childhood. I remembered the N° 81 tram, passing through Saint-Gilles from end to end, from Midi Station via the "Barriere" and the statue "La Porteuse d'Eau" that made me dream, then leaving the Borough by the "rue Moris" to join the borough oflxelles.
1 can smell once again this strange machine on its rails that took us into town and I can hear the sounds and the voices with their typical accents of Brussels. Charming!
This excursion into the past through these trams, reveals to us our heritage, not only in the tramways themselves, but also in our City. Let us pay homage to those photographers who captured forever those precious moments of our past, and to the collectors for having bered together those pictures that now allow us to remember.