livres. lus. approuvés.
Bienvenue chez Bibliomania, le spécialiste en ligne du livre de seconde main
FR  •  NL
Panier
0
1930-1985 : 50 jaar reizigersvervoer, deel 1 : De Metalen Rijtuigen van de NMBS
Broché / 370 pages / édition de 1986
langue(s) : néerlandais
éditeur : KBVVS
dimensions : 295 (h) x 208 (l) x 20 (ép) mm
poids : 1215 grammes
Cet ouvrage n'est
pas disponible
actuellement sur
Bibliomania
Het reizigersrijtuig is, na de lokomotief, zeker het meest representatieve element van elke spoorwegexploi-tatie. Het vormt alleszins het bevoorrechte onderwerp voor een dialoog tussen de uitbater en het publiek. Om zich hiervan te overtuigen volstaat het te kijken naar de tedere en ongekunstelde kindertekeningen waarin zich de kinderdromen meestal concretiseren bij het zeer symbolisch tekenen van veelkleurige rijtuigen met kleine venstertjes waarin gelukkige gezichten prijken.

Het is ook waar dat het publiek steeds belangstelling had voor en begaan was met elke evolutie van het materieel en wel voornamelijk wanneer het komfort en veiligheid betrof.

Om hun veeleisend klienteel aantrekkelijk materieel aan te bieden hebben de uitbaters dan ook op geen enkele inspanning gekeken om de onverbiddelijke concurrentie van het wegverkeer het hoofd te bieden. De spoorweggebruiker uit de tweede helft van de 20ste eeuw kan zich werkelijk niet meer inbeelden welke fantastische evolutie de spoorwegrijtuigen hebben doorgemaakt sedert 1935, toen de eerste «stoomslepers» (1) hun «chars a bancs» en andere «diligences» door ons land sleepten.

De eerste gestandaardiseerde rijtuigen van die tijd hadden twee assen en boden 40 a 50 zitplaatsen voor een tarra van 10 ton. Voor de controle van de reizigers verplaatste de treinwachter zich over de treeplank aan de buitenzijde van de rijtuigen aan de linkerzijde van het spoor.

Het jaar 1890 betekent een mijlpaal in de evolutie van het materieel. Als resultaat van de opzoekingen naar een betere rentabiliteit en een toenemend comfort worden de eerste drie-assige GC-rijtuigen (2) weldra goede bekenden. Wanneer er in 1901 nog een WC, een zijgang en een doorgangsmogelijkheid wordt aan toegevoegd, beschikken de Belgische Staatsspoorwegen over een zeer rationeel rijtuig; het zal trouwens gedurende meer dan 60 járen dienst doen op al de lijnen van het net.

Het GCI-rijtuig (3) - want daarover gaat het - heeft een lengte van 15 meter, weegt 21 ton en biedt plaats aan 64 zittende reizigers. Menigeen herinnert zich nog de smalle portieren met hun meestal stugge grendel die langs de buitenzijde moest worden bediend.

Alhoewel sedert 1888 rijtuigen op draaistellen op het internationaal verkeer worden gebruikt, wordt bij de bloktrein Brussel-Antwerpen van 1907 voor het eerst gebruik gemaakt van de bogies op het Belgisch materieel van het binnenlands verkeer. Maar deze realisatie toont echter duidelijk aan welke de prijs is die voor het confort moet worden betaald.

In 1858 bedroeg de tarra van het 2-assig 3de klasse materieel gemiddeld 169 kg per aangeboden plaats. Met het bloktreinmaterieel bereikt met 305 kg.

Bij de latere ontwikkeling van het materieel zal met dit element terdege worden rekening gehouden. De rijtuigen van 1929, ontwikkeld om de veiligheid van de reizigers te verbeteren, blijven echter zwaar, niet alleen omdat ze volledig uit metaal zijn maar tevens omdat ze op bogies lopen. Niettemin kan een tarra van 385 kg per aangeboden plaats nog als aanvaardbaar worden beschouwd wanneer men met deze vooropgestelde eisen rekening houdt.

1929 betekent dus de laatste structurele evolutie van het reizigersmaterieel. Het huidige rijtuigenpark steunt nog steeds op de technieken die rond die tijd werden ontwikkeld. Meer nog, tal van rijtuigen die in het begin van de dertiger járen werden gebouwd, zijn nog steeds in dienst. Wat gisteren nog als modern werd beschouwd is heden verouderd. De L-rijtuigen zijn reeds uit dienst genomen en voor andere reeksen is het nog slechts een kwestie van enkele maanden.
rechercher des articles similaires par catégorie
rechercher des articles similaires par thème: