Trekpaarden maken deel uit van het Belgische nationale erfgoed. Van een economisch noodzakelijk ‘werktuig’ evolueerde het dier naar een erkend levend monument.

Hoewel het nog maar uitzonderlijk voor de landen tuinbouw wordt gebruikt, noemen velen het Belgisch trekpaard ‘boerenpaard’. De naam ‘brabander’ of‘Brabants trekpaard’ kreeg het omdat Brabant de provincie is die met het paard de grootste successen heeft behaald.

Met deze publicatie krijgt dit bijzondere dier voor het eerst een degelijke monografie. Het boek begint bij de legendarische stamvaders en eindigt met het vrij zeldzame trekpaard van vandaag. De nadruk ligt zowel op de gebruiken rond het fokken van het dier als op de culturele context. De ontstaansgeschiedenis van het Belgisch trekpaard, zijn stamboek, de opmerkelijkste prestaties maar ook aardige anekdotes komen in dit boek aan bod.

Schilderijen van oude en hedendaagse schilders, standbeelden en bronzen, oude stamboekpapieren en circulaires, familiedocumenten en zeldzame verzamelobjecten illustreren het belang van het trekpaard voor de Belgische economie van de negentiende en de twintigste eeuw, tot de mechanisatie van landbouw, nijverheid en distributie. Tegenwoordig is het Belgisch trekpaard een aantrekkelijke gezel in de vrijetijdsbesteding: het roept het illustere Belgische verleden op in processies en stoeten of het meet zich in trek-wedstrijden met de sterkste buitenlandse rassen.