livres. lus. approuvés.
Bienvenue chez Bibliomania, le spécialiste en ligne du livre de seconde main
FR  •  NL
Panier
0
Ekeren in oude prentkaarten
« waarin opgenomen afbeeldingen van Donk, Hoogboom en St.-Mariaburg »
Broché / 76 pages / édition de 1972
langue(s) : néerlandais
dimensions : 143 (h) x 203 (l) x 7 (ép) mm
poids : 160 grammes
Cet ouvrage n'est
pas disponible
actuellement sur
Bibliomania
HERUITGAVE / REEDITION "HET LAATSTE NIEUWS"

Onderhavig boek schetst, door middel van oude prentkaarten, een beeld van Ekeren gedurende de periode 1900 tot 1930. Van de járen kort voor en na 1900 is een redelijk aantal foto’s beschikbaar om een idee te geven van het toenmalige dorpsbeeld. Het jaar 1930 vormt een gepast eindpunt om meerdere redenen: de afstand van een merkelijk deel van het grondgebied aan Antwerpen, voltooiing van grote werken aan de spoorweg, elektrificatie van de buurtspoorweg en, vooral, inhuldiging van het kasteel Veltwyck als gemeentehuis.

Bij de aanvang van de twintigste eeuw telde de gemeente 5.720 inwoners. Einde 1930 bedraagt dit aantal: 13.596, met als tussenstadia: 1910 met 8.422 en 1920 met 10.030 inwoners. Ekeren omvat naast de eigenlijke dorpskern, drie wèl onderscheiden gehuchten, gelegen op vrij grote afstand van die kern; het zijn twee oude delen Donk en Hoogboom en het jonge St.-Mariaburg. Vooral St.-Mariaburg ontwikkelde zich gedurende de beschouwde periode tot het belangrijkste gehucht. Onder impuls van de heer Van den Weyngaert, oprichter van de Bank van Mariaburg en de verzekeringsmaatschappijen Antverpia, ontstond in nauwelijks een kwart eeuw een bijna volledig nieuwe woonkern, gelegen aan weerszijden van de Kapelsesteenweg, de verbinding Antwer-pen-Bergen op Zoom. Zulks houdt in dat het westelijk deel van Mariaburg tot Ekeren behoort en het oostelijk deel tot Brasschaat. Ook het veel oudere Donk, langsheen dezelfde baan, is gedeeltelijk Ekeren en gedeeltelijk Brasschaat.

Het beeld van Ekeren was in 1900 gelijk aan dat van vele plattelandsgemeenten in die tijd: enkele grote domeinen, een dorpsplein met gemeentehuis en kerk, lage huizen langsheen smalle, deels gekasseide straten, spaarzame openbare verlichting, beperkt openbaar vervoer. En om het geheel tot een polderdorp te bestempelen: de Ekersedijk, doorlopend tot aan de Kloosterstraat. Het openbaar vervoer verzekerde de verbinding met Antwerpen en de naburige gemeenten op twee manieren: a. De spoorweg met een station op de internationale lijn Antwerpen-Essen-Roosendaal. Dit station ligt op nagenoeg gelijke afstand tussen Centrum, Donk en Maria-
burg. b. De buurtspoorweg, waarvan twee lijnen het oude dorp doorkruisen. Een eerste langs Steenstraat, Markt en Groot Hagelkruis, naar Wilmarsdonk-Lillo. Een tweede langs Steenstraat, Markt, Dorpstraat en Kloosterstraat naar Hoevenen-Zandvliet.

Uit particulier initiatief ontstond in 1901 de N.V. Transport Maatschappij van St.-Mariaburg, die met een paardetram de verbinding verzorgde tussen het station van Ekeren en het zwembad van Brasschaat-Mariaburg. Een stoomlocomotief verving alras het paardetrammetje.

De statistiek der in 1907 afgeleverde provinciale taksplaten verschaft enkele gegevens nopens de privé vervoermiddelen: zeven auto’s, zeven motorfietsen en vierhonderdvierenveertig fietsen. Hoe kalm het leven rond de eeuwwisseling was, moge blijken uit het feit dat de oudste inwoners nog steeds vertellen over het ongeval van 3 juni 1910, toen een stoomtram op de Markt ontspoorde en ernstige schade toebracht aan de herberg „De Bie”.

Enkele hoofdstraten hebben intussen trottoirs gekregen. Doch, de aanleg kost geld en de gemeenteraad stelt dan ook een belasting in op de voetpaden a rato van 0,50 frank per lopende meter. Opbrengst: 1.591,72 frank, wat neerkomt op een totale lengte aan trottoirs van 3.183,44 meter. Door het kasseien van de Bist komt van 1908 af een betere wegverbinding met St.-Mariaburg tot stand. Ook de openbare verlichting ondergaat wijzigingen: gaslantaarns vervangen de tot dan toe gebruikte petroleumlampen. Aan de nog bijna onbebouwde Mathysensdreef (= Oorderseweg) opent de eerste middelbare school, het St.-Lambertusinstituut, haar deuren. De aloude St.-Lambertuskerk krijgt opnieuw haar slanke torenspits van vóór 1683, het jaar dat de oorspronkelijke toren afbrandde. De werken, die ook het verhogen van de torenromp omvatten, duren van 1908 tot 1911. Het nieuw kwartier, of St.-Mariaburg, is in 1910reedsde kinderschoenen ontgroeid, zodat de voorlopige kapel, gebouwd in 1897, niet meer voldoet en aan het van den Weyngaertplein een nieuwe kerk verrijst.
rechercher des articles similaires par catégorie
rechercher des articles similaires par thème: