livres. lus. approuvés.
Bienvenue chez Bibliomania, le spécialiste en ligne du livre de seconde main
FR  •  NL
Panier
0
België Art Nouveau : Van Victor Horta tot Antoine Pompe
Relié / 216 pages / édition de 1991
langue(s) : néerlandais
ISBN : 9053490213
EAN : 9789053490211
dimensions : 333 (h) x 253 (l) x 27 (ép) mm
poids : 2155 grammes
Cet ouvrage n'est
pas disponible
actuellement sur
Bibliomania

commandez-le sur

à partir de EUR 35,95

"Naast de stijl zijn er de stijlen" schreef Viollet-le-Duc.

Over de architecten uit zijn tijd kan men met zijn woorden zeggen dat ze "hun smaak uitzuiverden, (...) het beste, het delicate nastreefden, (...) de vorm verfijnden, maar (...) dat ze de stijl niet konden vinden...''2. Alhoewel ze steeds maar op zoek waren naar de stijl, geobsedeerd door de gedachte om de voorgaande periodes te evenaren door ze te imiteren, toch slaagden ze er niet in iets anders voort te brengen dan stijlen... "De stijlen zijn de kenmerken die de scholen, de tijdperken van elkaar onderscheiden. Griekse architectuur stijl, Romeinse, Byzantijnse, romaanse en gotische zijn verschillend van elkaar. Het is dan ook gemakkelijk om monumenten te klasseren naar die verschillende kunststromingen."3 De Academies voor Schone Kunsten onderwezen de meeste van die stijlen. De gebouwen opgetrokken volgens die aangeleerde regels waren dus makkelijk te herkennen, te onderscheiden en te klasseren. Het is zeker niet de idee om al die stijlen te vermengen onder de naam Eclectisme die tot de stijl heeft geleid. "De stijl is het kenteken van de idee die vasthoudt aan een basisprincipe en die een welbepaald resultaat beoogt"4. Het is zeker niet het zoeken naar elegantie, naar oppervlakkige originaliteit, noch de manier om andere stijlen aan te passen en bij te kleuren zoals dat in het Eclectisme het geval is. Viollet-le-Duc verklaart verder: "Het basisprincipe is het gebruik van de materie omwille van haar kwaliteiten. Dit mag altijd zichtbaar blijven, zoals men in het menselijk lichaam de bouw van het skelet ziet, de vasthechting van de spieren en de plaats van de verschillende organen. De vorm is slechts het gevolg van het gebruik. Het resultaat is, dat het geheel van het monument zowel als elk onderdeel, exact aan de bestemming beantwoordt, zonder enige toegeving."3

"De dag waarop een kunstenaar de stijl zoekt betekent dat de stijl niet meer in de kunst aanwezig is"b stelt Viollet-le-Duc verder. "We mogen er zeker van zijn dat onze nakomelingen ons slechts de stijl zullen toeschrijven wanneer iedereen ervan overtuigd zal zijn dat de stijl niet gezocht mag zijn, maar het natuurlijke parfum van een principe, van een idee die opgevolgd wordt volgens de logische orde van de dingen in deze wereld. De stijl ontwikkelt zich, zoals een plant groeit volgens bepaalde wetten. De stijl is toch niet een soort specerij die men over werken strooit die zelf smaakloos zijn.'"

Deze woorden kondigen op een verrassende manier de nieuwe architectuur aan die in België zou ontstaan tien jaar na de dood van Viollet-le-Duc. Er komt een originele architectuur, die het vocabularium van de stijlen volledig laat vallen om haar eigen taal te gebruiken. Zij drukt zich vrij uit in een zo nauw mogelijke wisselwerking tussen vorm en zichtbaar materiaalgebruik. Zou die architectuur mogelijk geweest zijn zonder de geschriften van deze grote meester die de bron was voor alle architecten op het einde van de 19de eeuw? Zij waren verdwaald in de imitatie, de nabootsing, de conventies en soms ook in de slechte smaak. De architecten waren zich maar al te goed bewust van de malaise die de bouwkunst toen doormaakte. Bij Viollet-le-Duc vonden ze begrijpelijke en toegankelijke ideeën. Zijn geschriften waren zeer toegankelijk, met verwijzingen naar heel wat werken. Zij lieten verschillende standpunten toe over de grondslag ervan en boden een theorie gebaseerd op een verbazingwekkend ruime informatie en ervaring. Zoals de nieuwe architectuur weldra ook tot uitdrukking zou brengen, vermengde deze benadering sensibiliteit en rationaliteit, in plaats van ze onverenigbaar te maken. Zoals vele anderen bezat Horta alle werken van Viollet-le-Duc. Zijn ganse opleiding is doordrongen van deze lectuur. Hoogstwaarschijnlijk hebben deze ideeën hem op weg gezet en toegang verleend tot zijn eigen genie. De uiterst zeldzame prioriteit van een theorie op een kunstvorm, en de effectieve bekwaamheid om die kunst op te roepen moeten benadrukt worden. Zij maken van Viollet-le-Duc de onbetwistbare voorloper van de Art Nouveau architectuur.

Toch zou de opkomst van Horta en al wie hem nagevolgd hebben, wellicht niet mogelijk zijn geweest zonder de bijzondere context die in België aanwezig was. Men heeft vaak gezegd dat Art Nouveau een reactie was tegen het Eclectisme en haar stijldegra-datie. In dit land echter is het Eclectisme bijzonder goed onthaald. Er was een klimaat van vrijheid en vindingrijkheid ontstaan dat stimulerend werkte en zo het Eclectisme zelf in een gunstiger daglicht stelde.

De redenen van dit succes liggen ver in het verleden, diep bedolven onder de nationale traditie. Reeds vanaf de 16de eeuw hebben de kunstenaars uit de Zuidelijke Nederlanden nooit echt de inbreng van het classicisme en haar ruimtebenadering verwerkt. Ze stonden nochtans open voor de Italiaanse architectuur, schilder- en beeldhouwkunst. De klassieke modenatuur werd uit Italië ingevoerd en onder meer verspreid door de werken van Vredeman de Vries. In de loop van de 16de eeuw vindt men ze verwerkt in gevels en in het interieur van gebouwen die qua structuur en ruimtelijke organisatie gotisch waren gebleven. Het ging hier om een bijzondere provinciale variant van de gotiek uit Ile de France. De Brabantse gotiek had immers minder belangstelling voor tectonische en ruimtelijke articulatie dan voor sfeer en decor. Hij was doorgaans te eenvoudig om een zeer geraffineerde rationele constructiviteit te [...]
d'autres ouvrages de Pierre Loze
rechercher des articles similaires par catégorie
rechercher des articles similaires par thème: