Serafijn Vermote werd geboren op 24 april 1788 in Moorsele als zoon van een wever, Petrus-Joannes, gehuwd met Catharina Koucke.

Van 1808 tot 1820 verblijft hij achtereenvolgens in Kortrijk, Brugge en leper in dienst van drie beschermheren: Jacques Goethals-Vercruysse (1754-1838), Joseph van Huerne (1755-1844) en Charles Carton de Winnezele (1768-1830), onder wier impuls zijn activiteit als tekenaar zal worden aangemoedigd en tot bloei komen.

In 1808 werkt hij als weversknecht te Kortrijk in de fabriek van Jakob Goethals-Vercruysse. Zelf een goed tekenaar ontdekt deze het aangeboren talent van Serafijn en geeft hem de gelegenheid enkele lessen te volgen aan de plaatselijke Academie. Goethals laat Serafijn naar Brugge vertrekken op aanvraag van zijn vriend en zakenrelatie Joseph van Huerne.

Van 1811 tot 1813 verblijft Serafijn in Brugge en volgt er ook lessen aan de Academie. Van Huerne vraagt hem eerst een honderdtal werken van Teniers na te tekenen. Deze worden later door de opdrachtgever overgemaakt aan zijn kunstvriend Brakelman van Menen.
In 1812 geeft van Huerne aan Vermote de taak ’Gesigten van Vlaanderen’ te tekenen: „Honderden teekeningen van kerken en kasteelen, marckten, wethuisen etc. van Vlaanderen”.

Eind 1815 is de opdracht van van Huerne voltooid en tevens ook het systematisch chorografisch werk van Serafijn Vermote. In 1816 treedt Vermote door tussenkomst van van Huerne in dienst van Carton de Winnezele met als taak decoratie-werken uit te voeren in het kasteel ’t Hooghe te Zillebeke. Dit zal hij eveneens doen in de kastelen van Dadizele en [...]