livres. lus. approuvés.
Bienvenue chez Bibliomania, le spécialiste en ligne du livre de seconde main
FR  •  NL
Panier
0
Geschiedenis van Oudenaarde van 1701 tot 1786
Broché / 112 pages / édition de 1985
langue(s) : néerlandais
éditeur : Marc De Smet
dimensions : 240 (h) x 160 (l) x 9 (ép) mm
poids : 215 grammes
Cet ouvrage n'est
pas disponible
actuellement sur
Bibliomania
Bartolomeus De Rantere werd geboren te Oudenaarde op 8 juni 1775 en stierf op 18 november 1831. Hij was de oudste zoon van Jan De Rantere en Alexandrine Maes, die bovendien nog vier dochters hadden (Anne, Ma-rie, Julie en Isabelle). Vader Jan was kleermaker en had een winkel op de hoek van de Einestraat en de Markt. Bartolomeus, eveneens kleermaker, woonde op de Markt in het huis met de barokke geveltop, waar nu het Huis Allegaert gevestigd is. Op 7 januari 1828 werd hij door het stadsbestuur aangesteld om een inventaris van het rijke stadsarchief op te maken ; binnen twee jaar moest dit werk af zijn en hij zou hiervoor honderd-vijftig gulden per jaar ontvangen. De Rantere is onmiddellijk aan het werk gegaan en het resultaat was de eerste klassering van het archief, vervat in drie lijvige boekdelen.

Maar zijn bekendheid dankt De Rantere vooral aan het zogenaamde „handschrift De Rantere”, een geschiedkundige beschrijving van Oudenaarde vanaf de oudste tijden tot het jaar 1831. Het handschrift is nu gebonden in veertien boekdelen, is in zeer goede staat bewaard gebleven en behoort tot het archief van de Sint-Walburgakerk.

In een uitgebreide inleiding geeft de schrijver zijn bronnen aan, gaande van archiefstukken tot de bekende geschiedschrijvers en plaatselijke kroniekschrijvers. Voor de periode van 1787 tot 1831 schrijft De Rantere als ooggetuige. Dit was de reden waarom we dit deel van het manuscript als gedrukte uitgave gepubliceerd hebben onder de titel „Het Dagboek van Bartolomeus De Rantere”. Het deel dat nu gedrukt voor u ligt, sluit hierbij aan en loopt van 1701 tot 1786. Hier is De Rantere natuurlijk geen ooggetuige meer en we hebben dan ook de titel van de uitgave gewijzigd. We kozen 1701 omdat het deel van 1644 tot 1700 ontbreekt in het manuscript.

Waar haalde De Rantere zijn gegevens over deze periode ? Naast de stadsarchieven en de geschiedschrijvers gebruikte hij als bronnen twee personen, die over die periode een kroniek geschreven hebben : De Bleekere en Vincent. De Rantere geeft trouwens telkens aan voor welke paragrafen uit die twee bronnen geput werd. In april 1714 schrijft hij „hier eijndigen de gedenkschriften van d’heer De Bleekere”. En op 21 juni 1723 staat: „hier beginnen de gedenkschriften van Pieter Vincent”.

De Bleekere was „in zijn leven pater der maetschappij jesus” en het „handschrift berust ten huijse van den heer De Wilde, koopman in wijnen binnen Audenaerde” (BDR in zijn inleiding).

Pieter Vincent werd geboren te Oudenaarde op 11 februari 1688 als zoon van Andreas Vincent en Johanna Verheijen. Hij stierf op 15 januari 1777 en de overlijdensakte vermeldt: sepultus est in templo (bedoeld is de Sint-Walburgakerk). Pieter Vincent was „factor” van de „kamer van retorijke” en heeft een kroniek van plaatselijke gebeurtenissen geschreven over de periode van 1723 tot 1773. Dit handschrift is, volgens BDR, „berustende ten huijse van Sr Bouquet”, daarna behoorde het tot de verzameling van lokaalhistoricus L. Van Lerberge, maar het is nu evenals het boven vermelde [...]
rechercher des articles similaires par catégorie
rechercher des articles similaires par thème: