Naarmate de mens zich internationaal beweegt, neemt blijkbaar ook zijn interesse voor het eigen leefmilieu toe. Geen dorp meer, of er werd een heemkundige kring opgericht die zich o.a. inlaat met de geschiedenis van de kerk, het kasteel, het verenigingsleven, de stamfamilies, ... Ook in de Bodegemse Kulturele Werkgemeenschap, die dit jaar haar 20-jarig bestaan viert, hebben twee auteurs, ingenieur en economist Frans Van Droogenbroeck en licentiaat geschiedenis Peter Van Rossem, zich op dit pad begeven.

Het resultaat. ”Sint-Martens-Bodegem. van Franken tot Bourgondiërs (5e tot 15e eeuw)”, is in meerdere opzichten een merkwaardig boek te noemen. Enerzijds overschrijdt het werk de dorpsgrenzen en brengt het nieuwe inzichten in de feodale situatie en het parochiewezen in West-Brabant, anderzijds graaft het naar de oorsprong van Sint-Martens-Bodegem zelf.

Jan Verbesselt vermoedde te Bodegem een Gallo-Romeinse villa, die door de Franken werd overgenomen. Reeds in de Karolingische periode behoorde het dorp tot het domein van de bisschop van Kamerijk. Vanaf de lOe-lle eeuw was Bodegem opgesplitst in een personaatsdomein en een borchtcomplex. Verbesselt ziet ook een zekere samenhang tussen Bodegem en Lennik. De auteurs zijn niet steeds akkoord met de zienswijze van deze historicus.
Om hun stellingen te staven, beschikten Frans Van Droogenbroeck en Peter Van Rossem over een uitzonderlijke bron, met name kaartmateriaal, waarbij verwezen wordt naar cijnsboeken die teruggaan tot het begin van de 15e eeuw. Een werkelijk uitzonderlijke situatie !

Volgens Peter Van Rossem, die hiervoor teruggrijpt naar de klassieke theorie van Dr fil. Jan Lindemans, is Bodegem ontstaan uit ''Bodingcihaim' en dus een Frankische nederzetting die ten laatste uit de 6e eeuw dateert. De wijknamen Honsem en Wolsem zijn stellig van jongere datum. De auteur opteert voor een "hond-sem”, vestiging aan de rand van het dorp. Ook Wolsem zou op een grensaanduiding wijzen. Wellicht dateren zij uit een latere ontginningsperiode.

Frans Van Droogenbroeck komt, door vergelijking van het meetboek van 1713 met de pre-kadastrale gegevens van 1552-1613, tot nieuwe inzichten betreffende de oudste dorpskern van Sint-Martens-Bodegem. Niet het kasteel Marlier, maar het Castelhof is de oude feodale motte. Er ontstond te Bodegem een dubbelheerlijkheid. met name die ”van” Bodegem en een mindere ”te” Bodegem. Gaasbeek had er blijkbaar veel minder te zeggen dan tot hiertoe gedacht werd.