livres. lus. approuvés.
Bienvenue chez Bibliomania, le spécialiste en ligne du livre de seconde main
FR  •  NL
Panier
0
Bouwen door de eeuwen heen : Brussel-Hoofdstad urgentie-inventaris
par Collectif
Broché / 588 pages / édition de 1979
langue(s) : néerlandais
dimensions : 212 (h) x 148 (l) x 34 (ép) mm
poids : 1132 grammes
Cet ouvrage n'est
pas disponible
actuellement sur
Bibliomania
Brussel is qua monumentenzorg nooit een voorbeeld geweest; van monumentenbeleid kan men er amper spreken.

Men zou hiervoor talloze oorzaken kunnen aanstippen. Wij willen er hier een drietal aangeven waarvan wij denken dat zij van fundamentale aard zijn en/of typisch de Brusselse situatie weerspiegelen.

1. De aparte politiek-bestuurlijke situatie van Brussel als tweetalige hoofdstad werkt de inertie op het vlak van besluitvorming en besluitname in de hand.

Uiteraard laat dit fenomeen zich gevoelen op veel meer terreinen dan enkel op dit van de ruimtelijke ordening en het milieubeheer waarvan monumentenzorg een essentieel onderdeel is, of zou moeten zijn.

Allereerst is er de onafzienbare lijst van ministeries en administratieve diensten die, elk vanuit hun specifieke opdracht, rechtstreeks of onrechtstreeks, over bevoegdheden beschikken die kunnen doorwerken op het vlak van milieubeheer en ruimtelijke ordening.

Er is de, zo mogelijk, nog imposantere lijst van adviserende en/of gedeeltelijk bevoegde instanties, raden, commissies enz., dikwijls ook nog opgesplitst volgens taalrol.

Er zijn de negentien Brusselse gemeentebesturen zelf met hun eigenmachtige en zeer verregaande autoriteit.

Kortom, men zal zich wel kunnen inbeelden dat de bestuurlijke beslissingsmacht dermate versnipperd is dat het bijzonder moeilijk is om nog een allesoverkoepelend initiatief te kunnen, te durven of te mogen nemen.

Door wie, waar, wanneer, welk dossier behandelt wordt — en met welke gevolgen — is bijna niet meer te achterhalen.

Specifiek voor wat betreft de materie monumentenzorg moeten wij dan nog aanstippen dat het Ministerie van Franse Cultuur (en bijgevolg de Commission Royale des Monuments et Sites) en het Ministerie van Nederlandse Cultuur (en bijgevolg de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen) — gezamenlijk bevoegd voor de patrimoniumzorg in de Brusselse agglomeratie — moeten denken en optreden vanuit een verschillende wetgeving. Waar het nieuwe decreet d.d. 03.03.76 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten één van de eerste verwezenlijkingen was van de Vlaamse Gewestraad, moet het Ministerie van Franse Cultuur — voorlopig — nog optreden overeenkomstig de wet op het behoud van monumenten en landschappen van 07.08.31 (1). Nochtans moet elke beslissing die op het vlak van patrimoniumzorg in de Brusselse agglomeratie rechtsgeldig wil zijn, eensluidend en solidair door beide ministers genomen worden.

Het directe gevolg hiervan is dat, ondanks de persoonlijke goede wil van velen, het Brusselse patrimonium al te weinig aan bod is kunnen komen bij gebrek aan informatie, gebrek aan visie, aan beleid, initiatief, aan daadwerkelijk handelen.

Er valt, vooral sinds enkele járen, stilaan een kentering ten goede te bespeuren. Misschien als reactie op het vacuum waarin de monumentenzorg in Brussel terecht was gekomen? Misschien omdat de situatie dergelijke alarmerende vormen had aangenomen dat men wel moest ingrijpen? Ondertussen heeft men wel moeten wachten tot 19.04.77 vooraleer de vermaarde gilde-huizen op de Grote Markt van Brussel bij K.B. beschermd zijn geworden.
rechercher des articles similaires par catégorie
rechercher des articles similaires par thème: