"Anderlecht en cartes postales anciennes" n'est pas un livre d'histoire: le passé glorieux de notre commune ne tient pas en quelques pages et mérite certes plus qu'un petit album. Des plumes plus qualifiées que la nôtre en ont retracé tour à tour les péripéties et les événements saillants: rendons hommage ici à G. Van den Berghe, A. Hubert, D. Van Damme et J. P. Vanden Branden, dont les remarquables ouvrages historiques nous ont été d'un si grand secours.

Il reste cependant un aspect de cette histoire qui n'a guère été traité jusqu'à présent: l'iconographie de la vie quotidienne au début du siècle, un domaine dans lequel la première place revient, croyons-nous, à la carte postale illustrée, en raison de l'extraordinaire vogue qu'elle connut entre 1890 et 1920. Depuis cette époque, victimes d'une incompréhensible indifférence, voire même du mépris du grand public, les cartes postales anciennes auraient peut-être fini par disparaître complètement s'il ne s'était trouvé quelques amoureux du passé pour les recueillir, et même pour les rechercher avec persévérance, passionnément, au Vieux Marché, chez les bouquinistes, dans les greniers et dans les caves où elles avaient échoué. Aujourd'hui — juste retour des choses — les voici à l'honneur: c'est d'elles, exclusivement, que nous nous sommes servi pour faire revivre l'Anderlecht d'autrefois, dont les vestiges se font chaque jour plus rares.

Ces 114 cartes, nous les avons choisies non seulement parce qu'elles nous semblent les plus belles et les plus typiques que nous ayons rencontrées, mais aussi parce qu'elles nous paraissent posséder un pouvoir [...]

Rond de eeuwwisseling bestond Anderlecht hoofdzakelijk uit twee grote delen: het drukbevolkte Cure-ghem en de landelijke buurt van het Rad, Neerpede, de Pedevallei en de Broekvallei. Het grootste deel van de bevolking woonde te Cureghem en gaf aan de gemeente haar eigen karakter. Maar het centrum van de gemeente lag nog steeds rond de St.-Pieterskerk, ver van de stad en van Cureghem. De gemeente werd bestuurd door de „boerkens" en niet door de fabrieks-mensen (bazen en arbeiders). Het kwam zover dat in 1870 een commissie werd opgericht, samengesteld uit de heren N. Gille, E. Collet, G. Cerckel, E. Coumont, J. Gouweloos, C. Spinnael en C. Dubois, om aan de provinciale raad de afscheiding van Cureghem aan te vragen. Op 29 juli 1872 keurde de gemeenteraad de bouw van een nieuw gemeentehuis in het hartje van Cureghem goed. Het gemeenteplein („Pleintje in de volksmond) verloor dan ook zijn naam. Die verschuiving van het bestuur naar Cureghem was het resultaat van de intense industrialisering van de gemeente waar vroeger uitsluitend aan landbouw werd gedaan.

Het was voor ons geen verrassing in onze documentatie zovele prentkaarten van Cureghem te vinden: daar was iets te fotograferen. Zei G. Melckmans niet dat Anderlecht een grote industriële gemeente was? De straten en de gebouwen zijn niet veel veranderd maar we merken toch een volkomen andere levenswijze: de klederdracht, de vervoermiddelen, de vermakelijkheden, alles is volledig gewijzigd.

Natuurlijk hadden we veel meer van het fabrieksleven willen [...]